Voor mij liggen een paar zelfportretten van Lut Moerenhout, een fotografe.

Vier foto's zonder het geringste spoor van narcisme, vier verleidelijke foto's die precies door wat ze verhullen meer over de kunstenares vertellen dan een uitgebreide monografie over haar werk zou kunnen. De kijker zoekt vergeefs naar haar ogen, de doorkijk tot haar ziel én tegelijkertijd de instrumenten waarmee ze moet werken. Maar neen op die foto's verbergt ze haar ogen onder de schaduw van een hoed, achter een donkere zonnebril, één keer slaat ze ze neer en op de vierde foto zijn ze radicaal weggelaten, neus, lippen en daaronder samengebalde handen.

Hoe moet ik de vreugde beschrijven van het herkennen van iemand die verstoppertje speelt ?

Verhullen en daardoor onthullen, verbergen en daardoor verbazen, dat is het verhaal dat Moerenhout ons met haar foto's vertelt. Ze raakte in de loop van haar carrière geïntrigeerd door verval, industrieel verval, maar wat ze ons daarvan laat zien zijn delen waarin je nog altijd de schoonheid van het vroegere geheel kan vermoeden.

Het is haar niet om de pure decadentie te doen, het plezier van het ineenstorten, maar wel om de esthetiek van dingen die nutteloos zijn geworden, om hun weerloosheid. 

De fotografe laat zich verleiden door de werkelijkheid en haar prismatische facetten.  Het is een houding die niet alleen de kunstenares maar ook de vrouw typeert.

Achter de trefzekere camera staat een vrouw voor wie de wereld niet door clichees wordt geregeerd. Zij kijkt en legt vast wat ze ziet en zo kan ze ook het levenloze een eigen taal laten spreken, heeft ze een radicaal andere blik dan de meesten van ons. 

Ze is letterlijk verfrissend en origineel in de keuze van wat ze vastlegt op de gevoelige plaat. Wat voor ons vanzelfsprekend is krijgt door haar registratie soms een schokkend effect, ze dwingt ons de dingen opnieuw te bekijken tot in het kleinste detail of met een perspectivische blik.

Lut Moerenhout assembleert uit de werkelijkheid een eigen, nieuwe wereld. De toeschouwer kan niet anders dan de kracht en de knipoog van haar visie herkennen met een gevoel van verbazing en ontroering. Dat is precies haar kunst.

 

Lieve De Boeck (recensent De Standaard der Letteren)